Bijvoet

BIJVOET – Artemisia vulgaris
Composietenfamilie
Bijvoet

NAAMGEVING
De Romeinen deden tijdens lange wandelingen bijvoet in de schoenen als remedie tegen vermoeide voeten. Vandaar de naam ‘bij’-voet.

VOORKOMEN
Een zeer algemeen voorkomende inheemse plant. Op vochtige tot droge en omgewerkte grond.
De geel roodbruine bloemen bloeien van juli tot aan september.

GEBRUIK
Vroeger werden de bloeiende stengeltoppen gebruikt bij gebrek aan eetlust, bij menstruatiestoornissen, tegen epilepsie en zenuwziekten. Bijvoet is één van de planten waarvan men aannam dat ze tegen vergif, tovenarij en de duivel bescherming bood. De bijvoet heeft in de Achterhoek als bijnaam ‘Sint-Jansblome’, ‘Sint-Janswortel’ of ‘Sint-Janskruid’. In deze streek werd de wortel van de bijvoet tegen de muur van een huis gespijkerd om de duivel of andere boze geesten te verjagen. Zowel Brabant als de in de Achterhoek bestaat het gebruik om van de bijvoet kransen te vlechten en die als bescherming tegen brand en blikseminslag tegen huis of schuur te bevestigen.

Tegenwoordig kan er thee van het jonge blad gezet worden ter bevordering van de spijsvertering.